HomeActiviteitenActiviteiten 2014Zondagbabbel - De dodendraad door dr. Alex Vaneste - Zondag 27 april 2014

De Dodendraad

Lezing op zondag 27 april 2014 om 10 uur door dr. Alex Vaneste


de-dodendraadVan bij de aanvang van de Eerste Wereldoorlog heerste er aan de Belgisch-Nederlandse grens een ongewone drukte.  Nederland nam niet deel aan de oorlog zodat de Duitsers zich verplicht zagen om de grens te bezetten. Maar eigenlijk hadden ze daar onvoldoende troepen voor. Spionnen, vluchtelingen, oorlogsvrijwilligers en smokkelaars raakten al bij al vrij gemakkelijk in Nederland - te gemakkelijk naar de zin van de bezetter!

Daarom besliste de Duitse staf begin 1915 om van Knokke tot aan het Drielandenpunt de grens met Nederland af te sluiten met een onder elektrische stroom staande versperring, die ook nog streng bewaakt werd door niets ontziende schildwachten die meestal niet aarzelden om te schieten op al wie het waagde te dicht bij die versperring te komen...

De lezing gaat in op de redenen van de bouw van de elektrische versperring, het optrekken en de technische kenmerken ervan, de nare gevolgen voor de grensbevolking, de wijze waarop velen alsnog deze levensgevaarlijke hindernis omzeilden - maar ook op de talrijke slachtoffers die vielen onder het Duitse vuur en de roekelozen die de moordende kracht van de toen nog nauwelijks gekende elektriciteit onderschatten. Dat alles wordt ondersteund door origineel film- en fotomateriaal.

 

de-dodendraad-1Verslag

Op zondag 27 april 2014 mochten we in Museum Sincfala te Heist voor de lezing "De Dodendraad tijdens Wereldoorlog I" 80 belangstellenden verwelkomen en de spreker voorstellen. Em. Prof. dr. Alex Vanneste is geboren te Avelgem, waar hij ook het lager en middelbaar onderwijs aan het Sint-Jan Berchmanscollege volgde. Hij is dus een echte Avelgemenaar (een West-Vlaamse gemeente op de grens van Henegouwen en Oost-Vlaanderen). Hij werd licentiaat en doctor in de Romaanse filologie, respectievelijk aan de Rijksuniversiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel. Hij heeft een schitterende academische carrière achter de rug als professor Franse taalkunde.

Zijn belangstelling is zeer breed, getuige zijn enorme lijst van publicaties over taal, cultuur, maatschappij (algemene, Romaanse en Franse taalkunde, sociolinguïstiek (verband tussen taal, cultuur en maatschappij) in Frans-Vlaanderen, Friesland en de Belgische taaltoestanden, taalonderwijs (algemene handboeken en computer- en multimediaal ondersteund taalonderwijs), informatica, programmatie (en wiskunde) in de menswetenschappen, literatuur, de Eerste Wereldoorlog, de Universiteit Antwerpen, de geschiedenis van de Vlaamse Beweging en zijn lidmaatschappen van wetenschappelijke, academische en culturele verenigingen.

●De elektrische draadversperring tussen België en Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog in Merckenswaert, Jaarboek Weerderheem, Valkenswaard, 1994, 169-192

●De Eerste Wereldoorlog: méér dan de IJzer alleen, Ten Geleide in VANDEN BOER A. & Al., Vier jaar lang onder het juk van Duitse pinhelmen. Lommel tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), Lommel, V.Z.W. Museum Kempenland, 1994, pp. 11-18 (Publicaties van de v.z.w. Museum Kempenland, nr. 12)

●Een wereldoorlog teistert Limburg en de Limburgers, in VERHELST R. & R. VAN LAERE, De Eerste Wereldoorlog in Limburg. Verslagen, Hasselt, Provincie Limburg, Culturele Aangelegenheden, 1997 (Limburgse Studiën 1.8), pp. 9-21

●Kroniek van een dorp in oorlog: Neerpelt 1914-1918. Het dagelijks leven, de spionage en de elektrische draadversperring aan de Belgisch-Nederlandse grens, Antwerpen, Uitgeverij Universitas, 2 delen, 1998, 723 pp.

●"Een draad aan de grens" in Uit Eijsdens Verleden, 83 (1999), 99, 21-29

●"Het eerste ‘IJzeren gordijn'?' De elektrische draadversperring aan de Belgisch-Nederlandse grens tijdens de Eerste Wereldoorlog" in Het Tijdschrift van Dexia Bank, 54 (2000) 4, 39-82

●"Le premier ‘Rideau de fer'? La clôture électrique à la frontière belgo-hollandaise pendant la Première Guerre mondiale" in Bulletin de Dexia Banque, 54 (2000) 4, 39-82

●"De dodendraad in het Land van Beveren tijdens de Eerste Wereldoorlog" (1) in Het Land van Beveren, XLV (2002) 3, 119-142

●"De dodendraad in het Land van Beveren tijdens de Eerste Wereldoorlog" (2) in Het Land van Beveren, XLV (2002) 4, 167-185

●"Een door de traditionele geschiedschrijving vergeten feit uit WO I: De elektrische draadversperring aan de Belgisch-Nederlandse grens" in Jaarboek 2002 Heemkundige Kring Oud Wachtebeke, Sint-Kruis-Winkel, pp. 57-184

●"Une clôture électrifiée à la frontière belgo-hollandaise pendant la Première Guerre mondiale" in La Grande Guerre. Magazine (Revue de l'association nationale 1914-1918, Louviers - France), 40 (2003) 26-36

●"Groot alarm: stop die Belgen aan de Belgisch-Nederlandse grens!!!" in De Groote Oorlog, 10 (2004) 1, 4-9

●"Une clôture électrifiée à la frontière belgo-hollandaise pendant la Première Guerre mondiale" 3, in La Grande Guerre. Magazine (Revue de l'association nationale 1914-1918, Louviers - France), 42 (2004) 26-33

●"La clôture électrifiée à la frontière belgo-hollandaise pendant la Première Guerre mondiale", http://www.1914-1918.be/insolite_cloture_electrifiee.php

●"Urgent alarm: stop those Belgians at the Dutch border" in The Journal of the United States Western Front Association, 12 (August 2006) 2, 8-9, 22-24

●"Hoe houden we die verdomde Belgen tegen? De elektrische draadversperring tijdens de Eerste Wereldoorlog" in Brieven van Paulus 166 (2007) 31-32

●I.s.m. X. ROUJA & B. INDEKEU, De "Guerrilla-oorlog" van Generaal Deschepper (Herst 1914), Erpe, Uitgeverij De Krijger, 2008

●"La clôture électrique le long de la frontière belgo-hollandaise pendant la Première Guerre mondiale" (présentation) dans Congrès de Namur, Organisé par la Société archéologique de Namur, 28-31.VIII.2008, Actes, Tome 1, 206-207

●"Hou die verdomde Belgen tegen aan de grens! De elektrische draadversperring aan de Belgisch-Nederlandse grens tijdens de Eerste Wereldoorlog" in GORIS J.-M. (ed.), De Kempen en de Eerste Wereldoorlog, Herentals-Roosendaal, 2008 (Centrum voor de Studie van Land en Volk van de Kempen, 28), 27-52

●"Sur un passage d'Invasion 14 de Maxence Van der Meersch: Histoire romancée ou roman historique?" in MORZEWSKI Chr. & RENARD P. (eds.), Maxence Van der Meersch, écrivain engagé, Actes du Colloque international d'Arras (Université d'Artois, 29 november 2007) et de Roubaix (ENSAIT, 30 novembre 2007), Roman 20-50, Collection Actes, 2009, 69-96

●"Louise de Bettignies (1880-1918)" in Vereniging tot behoud van de Historie van Philippine, 21 (2009) 198-207

●"Hou die Belgen toch tegen aan de grens! De elektrische draadversperring aan de Belgisch-Nederlandse grens tijdens Wereldoorlog I", in De Ghulden Roos, (Roosendaal), Jaarboek 69, 2009, pp. 19-49. ISBN 978-90-73179-24-0; ISSN 0920-5179

●"De tragedie van de Avelgemse kelders" in Avelgem info, 27 (2009) 4, 32-33

●"Arrêtez donc tous ces belges à la frontière! La haie électriséde à la frontière belgo-hollandaise pendant la Première Guerre mondiale", Société archéologique de Namur, Association des Cercles francophones d'Histoire et d'Archéologie de Belgique, 8ème Congrès - Fédération des Cercles d'Archéologie et d'Histoire de Belgique - LVe Congrès, in Actes du Congrès de Namur (28-31.VIII.2008), 2011, Namur, Presses Universitaires de Namur, 1241-1251

●De Doodendraad. De elektrische draadversperring aan de Oost- en Zeeuws-Vlaamse grens tijdens de Eerste Wereldoorlog, Gent, 2013, 127 pp.

de-dodendraad-3Professor Vanneste startte zijn lezing met het tonen van een kort filmpje over de inval in België in augustus 1914 en de Duitse bezetting. Vanaf 12 oktober 1914 was België bijna helemaal bezet, behalve een klein deel achter de IJzer en de Ieperboog. De grens tussen België en Nederland was eigenlijk een grens tussen oorlog en vrede. Aanvankelijk voorzag het Duitse aanvalsplan om ook over Nederland naar Frankrijk te trekken. Maar in 1906 kwam er een andere generaal die het plan veranderde waardoor de rechtervleugel van het Duitse leger niet meer over Nederland moest. Hierdoor werd Nederland niet betrokken in de oorlog. Toch vonden er veel activiteiten plaats aan de grens die de oorzaak waren van het plaatsen van de elektrische draad.

Een eerste probleem voor de Duitsers waren de oorlogsvrijwilligers. Koning Albert had een oproep gedaan om zoveel mogelijk soldaten aan het front te krijgen om zijn leger te versterken. Ook kardinaal Mercier deed een soortgelijke oproep. Het gevolg was dat er meer dan 30.000 jonge vrijwilligers waren. Maar deze konden niet doorheen het bezet gebied aan het front geraken. Dus gingen zij via Nederland: vanuit Vlissingen vaarden zij per schip naar Folkstone, om in Engeland eerst een korte opleiding te krijgen en daarna het Belgische leger aan het front te vervoegen.

Een tweede probleem was spionage. De Britten hadden een sterke spionagedienst. Deze inlichtingendienst zat in Nederland, eerst in Vlissingen, later in Rotterdam. De agenten waren gewone mensen uit België. Het ging om een 7.000-tal Belgen. Vooral spoorwegbewegingen werden in het oog gehouden. België had toen reeds een uitgebreid spoorwegnet dat voor de Duitsers een godsgeschenk was.

Een derde grensactiviteit was het smokkelen van geheime post. Brieven die via de Duitse post werden verstuurd moesten open blijven, zodat de Duitsers die konden nazien. Dus werden brieven van familie in bezet België voor frontsoldaten over de Nederlandse grens gesmokkeld, verder met het schip naar Engeland gebracht om daarna via Noord-Frankrijk aan het front te belanden. De brieven van de soldaten voor hun familie volgden de omgekeerde weg.

de-dodendraad-6Er werd ook over de grens gevlucht. Een reden hiervoor was dat er voor het eerst in de geschiedenis burgerdoelen werden gebombardeerd. Een andere reden was dat de Duitsers baldadigheden op de burgerbevolking uithaalden, omdat het hen tegenging: hun opmars was te traag, onder meer door de weerstand van de Belgische forten, wat ze uitwerkten op de burgerbevolking. In de eerste oorlogsmaanden werden 5000 à 6000 burgers geëxecuteerd. De mensen hadden schrik en dit veroorzaakte een vluchtelingenstroom. Velen waren naar Antwerpen gevlucht, omdat er werd aangenomen dat die stad onneembaar zou zijn. Maar het Belgisch leger moest over een pontonbrug over de Schelde vluchten en de burgers vluchtten naar Nederland. Ongeveer 1.000.000 mensen is naar Nederland gevlucht, 350.000 naar Frankrijk en 250.000 naar Engeland. De Duitsers waren bang dat veel van die vluchtelingen bij het Belgisch leger zouden gaan of zouden gaan werken in de oorlogsindustrie van Engeland of Frankrijk.

Een vijfde grensactiviteit was de smokkel. Wie deden daar aan mee? Nederlandse burgers, commiezen en soldaten verdienden er goed mee. Ook de Duitsers zelf pikten een graantje mee. En uiteraard Belgen, zowel om reden van honger en dergelijke, als om veel geld te verdienen voor anderen. De smokkel werd door de Duitse overheid verboden, maar de Duitse piotten trokken zich daar niet zo veel van aan.

Een laatste grensprobleem was de plaatselijke weerstand. Er verschenen o.a. clandestiene kranten, zoals "La Libre Belgique" die in 1916 opgericht werd. Deze kranten werden over de grens met Nederland gesmokkeld.

Omwille van bovenstaande redenen wilden de Duitsers de grens afschermen. In het begin van de oorlog werd de grens geblokkeerd met eenvoudige horizontaal geplaatste ladders. Omdat dit niet efficiënt was, kwam er een echte grensversperring. Vóór de Eerste Wereldoorlog bestond er in het Pruisische leger reeds een "Elektrobataillon", dat proeven deed met elektriciteit voor het leger. Alleen de top van het Duitse leger wist iets af van elektriciteit. In 1915 begon men met de bouw van de versperring door de Landsturm Pioniers, soldaten die al 39 à 40 jaar oud waren. Vóór de oorlog hadden de Duitsers reeds enorm veel kaarten van België gekocht, zodat ze de grensomgeving al goed kenden. Het terrein werd voorbereid door het te ontbossen en palen te zetten. Soms werden krijgsgevangenen of burgers verplicht om mee te werken. Een deel van de grensversperring was klaar in mei 1915, in Knokke was dat in augustus 1915 en op andere plaatsen pas in 1916. Er werd op verschillende plaatsen tegelijk gewerkt.

De elektriciteit voor de draad tot in Viséé kwam van een transformator van een brouwerij in Aken. Van Viséé tot in Limburg was de bron een centrale van een fabriek. Er stond 2000 volt op de draad. Verder werd in Zelzate een generator van een bietenzuiger en van een suikerfabriek gebruikt voor de elektriciteit van Doel tot Maldegem. De bron voor de elektriciteit langs de kust (van Middelburg tot Knokke) bevond zich hoogstwaarschijnlijk in Heist: het Kursaal op het huidige Heldenplein had liften (dus moest er hiervoor een elektrische bron aanwezig zijn) en er reed een trein van Heist naar Zeebrugge. Een centrale zou zich in de Noordstraat bevonden hebben.

de-dodendraad-4De hoogte van de versperring was ongeveer 2 meter. Er was wel een verschil naargelang de plaats. De draden waren op ongeveer 30 cm van elkaar geplaatst en waren bevestigd aan porseleinen isolatoren (potjes). De dennenhouten palen werden ingesmeerd met carboline. Aan weerszijden van de elektrische draad liepen twee evenwijdige, laterale versperringen zonder stroom op. Er was een verboden zone van 100 tot 500 meter. In deze zone was men zeer streng en werd er vlug geschoten. Er waren ook goed onderhouden patrouillepaden langsheen de versperring. De draad stond steeds op Belgisch grondgebied. Om de 500 à 3000 meter stond er een schakelhuisje met wachtpost (Schalthaus). Vanuit een Schalthaus kon men bepaalde sectoren al dan niet stroomvrij maken. Langs de grens met Zeeuws-Vlaanderen waren er geen schakelhuisjes. Hier gebruikte men bestaande woningen.

Er waren verschillen in de versperring naargelang het landschap. Het patrouillepad liep altijd aan de Belgische kant. In Klein-Meerdonk liep de draad middendoor het dorp met kippengaas aan weerszijden. Op de draad die langs het strand liep stond geen spanning. Dit was ook het geval bij Lapscheure langs de Damse Vaart.

De schildwachten bleven ter plaatse en er waren patrouilles zowel overdag als tijdens de nacht. 's Nachts waren er meer patrouilles. De wapens van de wachten waren altijd geladen en als men iemand zag moest die stilstaan of er werd onmiddellijk geschoten. De wachten waren Landsturmsoldaten (vaak oudere soldaten). Bij een panne of sabotage moest er een uitgebreide procedure gevolgd worden. Wanneer de wachter in het schakelhuisje iets zag, moest hij met de fiets langs het patrouillepad gaan kijken. Hij mocht niets aanraken en moest dan terug met de fiets naar zijn chef, waarna een hele verdere procedure werd gevolgd. Aan de versperring stonden plakkaatjes met de waarschuwing "levensgevaar". Op de plaats waar nu het golfterrein is in Knokke werd een luchtballon gebruikt, niet alleen om de draad in het oog te houden, maar ook Zeebrugge. Bij de versperring was er soms ook een wachttoren met een lamp. Dit was o.a. het geval in Knokke.

In de versperring waren er op een aantal plaatsen poorten, waardoor niemandsland en ook Nederland bereikt konden worden. De Duitsers waren er immers niet zeker van of Nederland toch niet zou meedoen aan de oorlog en zo hadden zij vlug toegang tot de grote Nederlandse invalswegen. In Limburg werd zelfs een stuk van de slotmuur van een abdij die op de grens stond afgebroken om de versperring er door te laten lopen. Over slikken en schorren werd een brug gebouwd met de draad erop, die niet onder spanning stond omwille van het water (o.a. in Kieldrecht).

de-dodendraad-2Soms mochten burgers met een toelating (Passierschein) naar Nederland, bijvoorbeeld voor een begrafenis, een arbeider die in Nederland werkte of een landbouwer om zijn land te bewerken aan de overzijde van de grens. De toelating was maar geldig voor enkele uren tot maximaal 1 dag. Als men niet terug was tegen het vastgestelde uur, kon dit ernstige gevolgen hebben voor de familie in bezet België. Of men een toelating kreeg hing af van de plaatselijke commandant. Soms kreeg men de toelating, een andere keer dan weer niet. Voor spionage en smokkel werden soms vervalste documenten gebruikt.

Het gevaar van de versperring was tweeërlei: elektrocutie of neergeschoten worden door de bewakers. Elektriciteit was toen door de meeste mensen niet gekend. De elektriciteitsdistributie kwam er pas in 1920. Hierdoor was men verrast bij contact met de draad. Elke persoon die gedood was bij de draad werd onderzocht op de aanwezigheid van spionagedocumenten. Er zijn veel persoonlijke drama's gebeurd aan de versperring. Een voorbeeld was Louis d'Argent. Deze 19-jarige wilde met twee vrienden naar het leger. Zij probeerden over de grens te geraken in de streek van Lommel/Neerpelt. Zij waren echter niet voorbereid en hadden geen contact gehad met iemand die wist hoe men de grens over kon. De eerste kwam doorheen de draad, maar de tweede bleef er aan hangen en gilde. De derde wilde hem helpen, maar door zijn vriend aan te raken werd hij ook geëlektrocuteerd, wat ook de eerste, die al door de draad was, overkwam omdat hij zijn twee vrienden wou helpen.

De versperring werd op verschillende manieren te lijf gegaan, want de brieven moesten erdoor en spionnen moesten kunnen wegkomen, evenals de oorlogsvrijwilligers. De meest toegepaste methode was omkoping, waarbij de omgekochte Duitsers de spanning op de draad op een afgesproken uur afzetten. Andere methoden waren polsstokspringen, wollen dekens rond de draad winden, een sleuf onder de draad graven, een ton tussen de draad steken, het gebruik van een passeursraam (wat zeer moeilijk was om correct te doen) of een houten fietsvelg. Soms werd met gebruik van rubberen laarzen en handschoenen de draad doorgeknipt met een tang. Al dit materiaal werd door de Britten bezorgd. Dit veroorzaakte een alarm, maar men deed dit op het moment dat de wachtpatrouilles het verst uit elkaar waren, zodat men de tijd had om door de draad weg te vluchten vooraleer de wachters ter plaatse waren. Slachtoffers zijn gevallen doordat ze soms een verkeerde beweging deden door angst of door plots te schrikken.

Na het einde van de oorlog werd de draad snel afgebroken door de gemeente of soms door de burgers zelf omdat het materiaal ervan goed te gebruiken was: de palen konden opgestookt worden (het was november, winterperiode) en de draden werden gebruikt door de boeren, want er was geen afspanningsdraad meer (alles was opgebruikt door de Duitsers). Tegenwoordig is er van de draad niet veel meer terug te vinden. Op sommige plaatsen is er nog eens een stukje porselein afkomstig van de isolatiepotjes in de grond te vinden.

Wat is het belang van de versperring geweest? Was ze geslaagd? Het was zeker geen onoverkomelijke hindernis. Er zijn zeker meer dan 25.000 passages geweest en ruim 1.000 gedocumenteerde dodelijke slachtoffers. Er waren meer slachtoffers in het begin (het 1ste en 2de jaar, 1915 en 1916). 75 % werd geëlektrocuteerd, 18 % neergeschoten of neergestoken en 3 % is verdronken. Deze dodelijke slachtoffers hadden de volgende nationaliteiten: Belgen (48 %), Duitsers (26 %; dit waren Duitse soldaten die onvoorzichtig waren geweest aan de draad en deserteurs; er zijn ongeveer 10.000 Duitse deserteurs naar Nederland gevlucht), Nederlanders (10 %), Russen (10 %), Fransen (4 %) en Britten (1 %).

de-dodendraad-5Tot besluit stelde professor Vanneste dat de draad niet uniek was in de geschiedenis. Er waren de Chinese Muur, de Romeinse Muur van Hadrianus in Groot-Brittanië, de muur tussen Noord- en Zuid-Korea, de Berlijnse Muur (met 136 slachtoffers gedurende 28 jaar; de elektrische draad in de Eerste Wereldoorlog was dus 8 maal moorddadiger dan de Berlijnse Muur) en de muur tussen Mexico en de Verenigde Staten van president Bush.

Nadat we professor Alex Vanneste hadden bedankt voor zijn zeer leerzame en boeiende lezing was er tijd voor een drankje en een versnapering aangeboden door Museum Sincfala.

Marc De Meester
Foto's: Etienne Decaluwé

 

Praktische informatie

toegang-felix-timmermanstraat-37

Omwille van Erfgoeddag is deze lezing gratis alsook het bezoek aan het museum.
Na de lezing bieden we je een drankje aan.

Plaats

Sincfala, Museum van de Zwinstreek
Pannenstraat 140, 8300 Knokke-Heist.
Tel. 050 530 730  Dit E-mail adres wordt beschermd tegen spambots. U moet JavaScript geactiveerd hebben om het te kunnen zien. 

Parkeergelegenheid

Op de speelplaats van de gemeentelijke basisschool Het Anker, bereikbaar via de Felix Timmermansstraat nummer 37 (klik op de foto voor Google streetview)