07/03/1930, Over de kanalen in Zeeuws-Vlaanderen, Algemeen Handelsblad (www.delpher.nl)

ONZE ENQUÊTE IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN. KANALEN, DIE NOG NIET GEGRAVEN ZIJN. Waterwegen in het land van Cadzand en in dat van Hulst. — De mislukte waterleidingplannen.. — Hooge electriciteitsprijzen. — Enkele conclusies.

HET PROGRAMMA DER NAASTE TOEKOMST.

In het vorig artikel (Hbl. van 5 dezer) namen wij afscheid van Zeeuwsch-Vlaanderen op de brug over het kanaal Gent-Terneuzen bij Sluiskil. Over het kanaal zelf en zijn beteekenis voor ons land en België schreven wij reeds, maar daarmede is het onderwerp der Zeeuwsch-Vlaamsche waterwegen niet afgehandeld. Er zijn n.l. twee kanalen, — of beter ze zijn er nog niet, alleen slechts in ontwerp, waarover reeds sinds lang veel te doen is geweest en het laatste woord nog in de verste verte niet gezegd is.

In de eerste plaats bestaat er een plan voor een eigen waterweg in het Land van Cadzand, n.l. van Breskens naar Sluis en dan daar aansluitend op het kanaal naar Brugge.

De meeningen over de noodzakelijkheid van zulk een kanaal zijn zeer verdeeld en wij hellen over naar de meening, dat de balans naar de zijde van de tegenstanders doorslaat. Die tegenstanders geven in dit.geval verre de voorkeur aan behoorlijke autowegen, ook voor het vervoer van de land- en tuinbouwproducten, met in Breskens de gelegenheid tot laden, in spoorwagens, die per ferry-boot naar Vlissingen gaan. Voor kanaal-aanleg zou zoo veel grond noodig zijn, dat de rendabiliteit sterk in twijfel moet worden getrokken. Vestiging van industrieën is immers zeer problematiek, en, zoo redeneert men, laten we dus – nu er zuiver sprake is van een streekbelang - het zekere voor het onzékere nemen en beginnen met de wegen in den best mogelijken staat te brengen.

Te meer, omdat de kosten voor de wegen heel wat geringer zullen zijn, dan de bijdragen (tot een totaal van 20 % van de kosten) die van de gemeenten enz., voor kanaalaanleg gevorderd zouden moeten worden. Zeker in deze tijden van economische malaise. Doch als de toestand op een goeden dag gunstiger wordt, zal het plan, waarvoor men in België in verband met de voortzetting van het kanaal Brugge-Sluis uit den aard der zaak veel voelt, wel opnieuw op het tapijt komen. En dan is er tevens de kans om nog eens de mogelijkheid van een spoorwegverbinding langs dat kanaal onder de oogen te zien, het oude denkbeeld van de route Breskens-Sluis-Brugge. 

7/03/1930
Algemeen Handelsblad (www.delpher.nl)
1930