Inleiding

Sint-Laureins is vermoedelijk ontstaan in de 12de of 13de eeuw als een nederzetting van turfstekers. 14de- en 15de-eeuwse bronnen vermelden de volgende plaatsnamen: Sinte Lauwereins ter Woestinen (1323), Sinte Laureins ten Moere (1326) en Sente Laureyns ten Blocke (1436).

De laatgotische Sint-Laurentiuskerk is een beschermd monument. Opmerkelijk is de kooromgang, een zeldzaamheid in een landelijke kerk. Het interieur is rijk aangekleed. Het vroegere hoogaltaar is getooid met een schilderij van Caspar de Crayer. De 17de eeuwse altaren zijaltaren zijn pareltjes van barokkunst. Deze kerk bezit een zeldzame 16de eeuwse kelk, een mooie collectie zilver– en koperwerk, alsook enkele prachtige oude gewaden.

De gemeente wordt bestuurd vanuit het neogotisch gemeentehuis (1902). Een devotiekapel uit de 19de eeuw is een bezoekje waard. Aan de rand van het centrum staat het godshuis (1843-1849). Van ver in de omgeving zie je de koepel. Hier in het godshuis werden zieken, bejaarden, gehandicapten en wezen opgevangen. Momenteel zijn er restauratiewerken aan de gang om het grote gebouw een nieuwe bestemming te geven. In de gemeente is ook het Plattelandscentrum Meetjesland gevestigd.

Het Leopoldkanaal werd gegraven tussen 1846 en 1848. Het vormt zowat de natuurlijke grens tussen polder en houtland. Vissers kunnen hier hun hart ophalen.

Interessante gebouwen

Gemeentehuis

Aan dit gebouw (gebouwd in 1902) werd op 1 mei 1995 een vleugel aangebracht voor de uitbreiding van de administratieve diensten.

Sint-Laurentiuskerk

Deze beschermde gotische kerk dateert grotendeels uit de 16de eeuw. De toren bevat oudere elementen. Wie even op het kerkhof gaat ziet aan de zuidzijde op de muren meerdere sporen van verbouwingen.

Binnenin is vooral het houtsnijwerk belangrijk. Het 17de eeuwse koorgestoelte maakt de overgang van de renaissance naar de barok. De eveneens 17de eeuwse altaren zijn interessante voorbeelden van polychroom beschilderd houtwerk en geven dit kerkinterieur een rijke aanblik. Het schilderij ‘De kroning van Maria’ van de hand van Caspar de Crayer is afkomstig uit de kloosterkapel te Vrasene en werd recent in dit altaar geplaatst. De preekstoel is 19de eeuws.

Godshuis

Het bouwen van het godshuis was een daad van christelijke naastenliefde. Het immense gebouw werd bedacht door pastoor Andries van de gemeente Middelburg en werd gefinancierd door de gefortuneerde en godsvruchtige juffrouw Antonia Van Damme.

Antonia Van Damme zag het levenslicht te Sint-Laureins in 1787 en stierf er in 1879. Kanunnik (en pastoor) Andries werd in zijn jeugd geconfronteerd met de onmenselijke manier waarop de zieken uit de streek van Brugge werden vervoerd om verzorgd te worden. Het doel van beide weldoeners was duidelijk: een tehuis bezorgen aan wezen, ouden van dagen, zieken en gehandicapten.

Tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 deed het klooster zelfs dienst als schuiloord voor de dorpelingen, vluchtelingen en tevens als burgerlazaret. Het godshuis overleefde het geweld van twee wereldoorlogen.
Antonia Van Damme heeft destijds dit gebouw geschonken aan de C.O.O. (het huidige OCMW).

Momenteel wordt het Godshuis uitgebaat als een feestzalen- en seminariecomplex met een 70-tal hotelkamers, een bar en restaurant Antonia’s Brasserie. Er zijn eveneens wellness faciliteiten voorzien.