Een vroegmiddeleeuwse gordelgarnituur uit Sint-Andries

Bij de opgravingen die Raakvlak in 2008 achter het WZC Fabiola in Sint-Andries/Brugge uitvoerde, kwamen heel wat sporen uit de vroege middeleeuwen aan het licht. Het ging om kuilen, karrensporen, greppels en resten van gebouwen. Ze horen bij de vroegmiddeleeuwse nederzetting die zich hier, in de omgeving van de Zandstraat, bevond.

In een kuil kwamen een aantal zwaar gecorrodeerde metalen voorwerpen aan het licht, die voor verdere behandeling aan de metaalrestaurator van de Archeologische Dienst Waasland (ADW) werden overgemaakt. De algemene contouren van het ensemble verraadden de aanwezigheid van een scramasax (eensnedig zwaard) en minstens twee onderdelen van een gordelgarnituur uit de Merovingische tijd (5de - 8ste eeuw).

 

gordelgarnituur gordelgarnituur gordelgarnituur

Een vroegmiddeleeuwse gordelgarnituur: vóór conservatie, een röntgenopname, na verwijdering van de corrosie (tussenfase) en het eindresultaat (figuur op basis van foto’s ADW).

Een vroegmiddeleeuwse gordelgarnituur en bijhorende scramasax.

Een vroegmiddeleeuwse scramasax: vóór conservatie, een röntgenopname en het eindresultaat (figuur op basis van foto’s ADW).

De eerste resultaten van de vrijlegging onthulden een ijzeren gordelgarnituur die voorzien is van inlegwerk uit zilver en goud. De vorm en de versieringstechniek laten een datering in de eerste helft van de 7de eeuw vermoeden.

Op de onderdelen van de gordelgarnituur (die zich oorspronkelijk vermoedelijk op het lichaam van de dode bevonden), werden naast textielresten ook talrijke gemineraliseerde larvenresten teruggevonden en zelfs een vlieg. Deze vaststelling staat duidelijk in verband met het ontbindingsproces van de dode.

 

gordelgarnituur gordelgarnituur gordelgarnituur

Tijdens de conservatie werden resten van leer (1) en textiel (2) op de gesp aangetroffen (figuur op basis van foto’s ADW).

Op de onderdelen van de gordelgarnituur (die zich oorspronkelijk op het lichaam van de dode bevonden), werden talrijke gemineraliseerde larvenresten teruggevonden en zelfs een vlieg (figuur op basis van foto’s ADW).

Tijdens de conservatie werden resten van textiel (1) en hout (2) op een beslagplaatje van de gordel aangetroffen (figuur op basis van foto’s ADW).

De volledige bewaring van deze uitzonderlijke voorwerpen en de organische resten (textiel, leder, larven) die erop zijn aangetroffen, verwijzen zeker naar de oorspronkelijke herkomst uit een grafcontext. Bij de opgravingen werden echter geen sporen van een begraving aangetroffen. Het zou kunnen dat de stukken elders uit een graf zijn opgegraven en later in een kuil op de bewoningssite achter het WZC Fabiola zijn bijgezet. Het is niet ondenkbaar dat er aan deze bijzondere bijzetting een rituele betekenis gekoppeld is.

Merovingische begraafplaatsen zijn in de omgeving niet bekend, maar moeten er ongetwijfeld wel geweest zijn. In tegenstelling tot de Romeinse tijd, waar elke (kleine) nederzetting een eigen grafveld had, ging het waarschijnlijk om grote centrale grafvelden. Het dichtstbijzijnde gekende grafveld bevindt zich te Emelgem.

Lijkbegravingen uit de vroege middeleeuwen in Varsenare (schijngraven)

Bij het onderzoek door het toenmalige IAP van een te verkavelen terrein in Varsenare kwamen naast nederzettingssporen een vijftal structuren aan het licht die enig licht werpen op het begrafenisritueel in de vroege middeleeuwen. De vijf sporen hebben een rechthoekig grondplan. Hun lengte schommelt tussen 1,8 en 2,4m; de breedte varieert tussen 0,5 en 0,8m.

In drie van de structuren werden sporen gevonden van een houten bekisting. Slechts bij één van de structuren kwamen er sporen van een menselijk skelet aan het licht. De skeletresten waren enkel nog zichtbaar als een silhouet in het zand; het hoofd naar het noorden en de handen gevouwen op het bekken. Grafgiften ontbraken volledig, wat op een datering na het einde van de 7de eeuw kan wijzen.

 

varsenare-schijngraven varsenare-schijngraven

Terreinopname van de langwerpige structuren die wellicht als inhumatiegraven kunnen geïnterpreteerd worden, op de site D’Hoge Noene in Varsenare (foto Y. Hollevoet).

Terreinopname van een inhumatiegraf op de site D’Hoge Noene in Varsenare waarbij de skeletresten enkel nog zichtbaar zijn als een silhouet in het zand (foto Y. Hollevoet).

Opmerkelijk is dat de vermoedelijke graven zich in de nederzetting bevinden, terwijl algemeen verondersteld wordt dat de vroegmiddeleeuwse grafvelden zich doorgaans op een zekere afstand van de nederzetting zelf bevonden.

Het geheel roept heel wat vragen op. Zo valt op dat slechts één graf duidelijke resten van inhumatie bevatte. Als enige was dit graf noord-zuid gericht, een oriëntatie waarvan vaak verondersteld wordt dat deze teruggaat op heidense praktijken. Hebben we hier te maken met het graf van de stamvader – de stichter – van de nederzetting?

De overige rechthoekige structuren hebben een andere oriëntatie en in geen van deze werd menselijk botmateriaal opgemerkt; toch waren er steeds sporen van houten bekisting zichtbaar.

Misschien zijn de doden elders effectief begraven, mogelijk in gewijde grond, nabij een primitieve kerk of kapel. Kan het zijn dat men het toch nog nodig achtte de traditionele gebruiken niet helemaal te verwaarlozen door schijnbegravingen te organiseren in de nabijheid van het graf van de stamvader?

Mogelijk is het geheel in verband te brengen met een toenemende Christianisatie in de regio. De eerste aanwijzingen voor deze kerstening zouden immers teruggaan tot in de 7de eeuw, met Torhout als belangrijk steunpunt.

 

Romeinse tijd  |  Overzicht  |  Late middeleeuwen