De lenen van Hayshove ten noorden van Brugge

René De Keyser

Mij zijn in onze streek drie lenen bekend die afhingen van het hof van Hayshove in Kruishoutem, namelijk te Ramskapelle, te Oostkerke en te Dudzele.

Het hof van Hayshove had veel lenen, verspreid in Vlaanderen, en hing op zijn beurt af van het prinselijk leenhof “De Stenen Man” in Oudenaarde.

Over het leen van Hayshove te Ramskapelle handelde ons Bestuurslid Lic. M. Coornaert in Rond de Poldertorens jaargang 7 nr. 2, waar hij aanstipt dat dit leen van 40 gemeten, gelegen in het 67e begin van de Watering van Groot Reigersvliet, zuid van Ramskapelledorp, op 23 mei 1331 verkocht werd door Marie vander Weiden aan de stad Brugge, die er een steenbakkerij op inrichtte. Met deze verkoop werd ook het leenverband opgeheven, waardoor deze gronden alodiaal of vrij land werden.

Het leen van Hayshove op Oostkerke lag op de oostzijde van de baan van Eienbroeke naar Westkapelle, ongeveer 250 m noord van het kapelleke aan de ingang van de hofstede, bewoond door Karel Strubbe. Dit leen lag verspreid over verschillende percelen in het 32e, 33e en 34e begin van de Watering van Groot Reigersvliet. Eén van deze percelen, namelijk het 1e artikel van het 33e begin, was 1 gemet en 88 roeden groot en droeg de naam “de donkere kamer”. Het lag in de noordoosthoek van de weg naar Westkapelle en een oostwaarts lopende ader.

Het waren waarschijnlijk de leenmannen van deze lenen van Hayshove, die in 1258 in geschil kwamen met hun leenheer Daniel van Hayshove over te vervullen leenverplichtingen.

Prof. Dr. E. Strubbe gaf in het gedenkboek van de heer Delbare een zeer interessante bespreking over de nog bestaande oorkonde betreffende dit geschil. Uit de medegedeelde tekst blijkt dat de lenen van Hayshove op Oostkerke, een oppervlakte hadden van 58 gemeten. In de ommeloper zijn slechts ongeveer 34 gemeten terug te vinden. Uit dezelfde oorkonde blijkt ook dat de leenmannen van Hayshove te Oostkerke gewoon waren hun geschillen betreffende deze lenen, te zien berechten op een plaats genoemd “Wulfinwerve”. Dr. Strubbe vermoedt dat “Wulfinwerve” op Oostkerke lag. Uit de “Mémoires de Jean de Dadizele” uitgegeven door de AN de la Soc. d’Emulation 1850 blz. 166, blijkt echter dat “Wulfinwerve” op Dudzele lag.

Inderdaad hield rond 1480 Katelyne Breidel echtgenote van Jan van Dadizele in leen van mijnheer van Mastain van “zyn heerschepe ‘t Hayshove” twee lenen, zijnde een heerlijke rente bezet op 124 gemeten land: “binnen de prochie van Dudzele, in eene jeghenode die men heet: “Wulfinswerf”, ghenaemt de Vooxemschult”.

In de ommeloper van Groot Reigersvliet zijn 33 gemeten terug te vinden die belast waren met “Voxemschuld”, namelijk in het 111e begin, op de noordwestkant van de Rontsaertader in de omgeving van de hofstede, nu bewoond door Van De Wiele. Van de overige circa 90 gemeten is in de ommeloper geen spoor te vinden.

De “Voxemschuld”, die dus ook een leen was van Hayshove behoorde van 1623 tot het einde van het Oud Regime aan de Heren van Oostkerke. Deze waren de familie de Corte en na 1768 de familie du Chambge de Noyelles. We weten dat de Heren van Oostkerke dit leen bezaten, doordat de kerk van Oostkerke een perceel land bezat belast in de Voxemrente; en de betaling van die rente dus in de kerkrekeningen vermeld wordt.

Wulfinwerve wordt in de beschrijving van de lenen van de echtgenote van Jan van Dadizele een "jeghenode” genoemd, d.i. een omgeving als een kleine wijk of hoek. Oorspronkelijk zal het wel een werf of bewoonde wal geweest zijn. Maar onder de in de ommeloper vermelde percelen, belast met de Voxemrente, is nergens een werf of een wal te erkennen. Zodat we moeten veronderstellen dat de werf lag op een perceel van de niet terug te vinden 90 gemeten, die wellicht in de omgeving lagen van de gekende 33 gemeten in het 111e begin.

Wulfinwerve moet het voornaamste geweest zijn van de drie lenen van Hayshove in het noorden van Brugge, vermits de leenmannen van Oostkerke zegden dat geschillen, rakende de leenverplichtingen, oorspronkelijk alleen dáár berecht werden. Wulfinwerve was gemakkelijk te bereiken vanaf de lenen op Oostkerke, vermits ze langs de Rontsaertader of het Noordzwin en de daarnevens liggende straat, er rechtstreeks mede verbonden waren. Deze verbinding werd echter verbroken door de aanleg, in de 19e eeuw, van de twee afleidingskanalen. Wulfinwerve lag ook op minder dan een uur van het leen van Hayshove op Ramskapelie.

_________________________________________

Bronnen:

a) uitgegeven:

  1. Album Joseph Delbare, uitgave Westvl. Verb. v. d. Kring v. Heemk. en Geschiedk. en Oudheidk. Genootsch. v. Roeselare en Ommeland, Rumbeke 1968 , blz. 157/161
  2. Annales de la Soc. d‘Emulation 1850, blz. 166
  3. Rond de Poldertorens 7e jaarg. Nr. 2.

b) Archief:

  • R.A.B. Vrije nr. 15986 en volg.: Ommeloper Groot Reigersvliet
  • R.A.B. Fonds Blank nr. 717: Ommeloper Water. Reig. 111e begin, - Kerkarch. Oostkerke: rekeningen over vermelde jaren.

Ik verkies de schrijfwijze “Hayshove” daar waar Prof. Strubbe schrijft: "Ayshove" omdat de “H” wordt gebruikt in onze ommelopers.

 -----------------0000000000000000----------------

De lenen van Hayshove ten Noorden van Brugge

René De Keyser

Rond de poldertorens
1968
03
117-118
Achiel Calus
2023-06-19 14:38:19