Reglement voor de klokkenluider van Moerkerke in 1685

Georges Tanghe

Andere heren, andere wetten; vooral wanneer het de vrouw is die de broek draagt. Amper is Philippe de Jausse, Heer van Moerkerke, een tweetal jaren gestorven of reeds heeft zijn weduwe de douairiere Anne d’ Archies het heft stevig in handen genomen dit uit naam van de minderjarige zoon Claude (1). Zo had in 1669 de gemeenschap van Moerkerke zowel geestelijk als wereldlijk een reglement opgesteld ten dienste van de klokkenluider; maar blijkbaar voldeed dit niet aan Mevrouw die ook daarin haar zeg wou hebben.

Daarom werd opnieuw een reglement opgesteld waarmee zij tevreden was. Daar is ook reden toe want zij en zij alleen mag nu eenzijdig het contract met de klokkenluider verbreken, vermits Mevrouw van Moerkerke hem om het even wanneer en zonder verantwoording mag afdanken en vervangen. Deze clausule is blijkbaar nieuw want zij wordt in de eerste persoon gesteld en Jan de Deckere, de klokkenluider, ongeletterd als hij is, moet zijn merk onder de tekst plaatsen nadat men hem die voorgelezen had.

Daar het om een reglement gaat, vernemen we natuurlijk meer over de plichten van de klokkenluider dan over zijn rechten.

Hij luidt normaal de kerkelijke feestdagen en de zondagen in; maar ook de weekdag luidt hij eigenlijk de werkklok ’s morgens, 's middags en 's avonds. Daarnaast opent hij en sluit hij de kerkdeuren, hoe zou hij anders bij de klokken kunnen? En verder luidt hij de parochianen de wereld uit, elk naar bestwil en vermogen, met de twee klokken voor de hoogste dienst en de middelste dienst; met de kleine klok voor de laagste dienst of voor een dienst uit de dis. Over het loon van klokkenluider Jan de Deckere vernemen we weinig. Waarschijnlijk genoot hij een jaarwedde; verder geniet hij 10 stuivers per uur luiden met de grote klok.

Maar dat spaarzaamheid een deugd is die niet onbekend bleef aan Mevrouw van Moerkerke, blijkt ook hierbij: voor de 10 stuivers per uur, moet Jan instaan voor onderhoud en vernieuwing van de klokrepen. Als toemaatje mag hij nog kassier spelen voor het klokkengeld. Immers bij het luiden van de hoogste en de middelste dienst, is men respectievelijk 5 en 3 stuivers verschuldigd aan de kerkfabriek voor het onderhoud van de klokken.

Over de klokkenluider Jan de Deckere weten we weinig. Hij is zeker niet in Moerkerke geboren, zoals zijn echtgenote Elisabeth van Winghene. Wel wordt hem een eerste dochter geboren in Moerkerke: Anna Maria op 20.9.1681 (2); weldra gevolgd door Joanna op 26.5.1683 (3), Jan op 5.4.1685 (4), Cornelis op 20.9.1686 (5), Judocus op 6.11.1689 (6) en Maria op 2.5.1692 (7). Ter afwisseling wordt het huisgezin dan verrijkt met een tweeling, Elisabeth en Anna geboren op 22.3.1694 (8); en met een laatste zoontje Peter Bruno op 20.5.1696 (9).

Een kleine acht jaar moet Elisabeth van Winghen nagedacht hebben waar het naartoe moest met haar talrijk kroost, en waarschijnlijk zonder antwoord ging zij de eeuwige rust in op 9 augustus 1704 (10).

Dit liet onze klokkenluider toe nogmaals in het huwelijksbootje te stappen op 19.05.1705, ditmaal met Maria Haese (11). Wat hem ook de kans liet zijn nageslacht, in Moerkerke geboren, af te ronden op tien. Immers op 20.4.1706 wordt hem nog een zoon Jacobus geboren (12). Dit is ook het laatste wat wij over Jan de Deckere vernemen. Kwam hij met de grote klok en vertrok hij met de kleine trom? Wie zal het zeggen?

Voetnoten

1. L. Gilliodts, Coutumes Bourg de Bruges T.1 blz. 267 (1883)

2. tot 12. R.A. Brugge; Parochieregisters Moerkerke Nr. 3.

Bijlage

Reglement nopende het luyden vande clocken hanghende op den torre vande prochie van moerkercke voor desen gemackt op den 12 meye 669 bij den heere pastor, kerckmeesters, hooftman ende gemeene prochïaenen der selver prochie ten dien tyde daertoe bij elcanderen vergadert, tgone nu van nieuws andermael wordt gheaduoyeert bij de vrauw Douagiere van wylent den heere grave van cruyshauthem in syn leven heere van tselve moerkerke, die te vreden es dat tselve alsoo sal worden achtervolght.

Eerst dat den clockluyder sal verobligiert wesen met beyde de clocken te luyden alle avondt voor de hooghtijden van het jaer een halfhuere, als te weten 's avonds voor paesschen, sijncxschen, H. Drijevuldicheytdagh, H. Sacramentsdagh, Onse Lieve Vrauwe hemelvaertdagh, kerckwijdinghe, St Denijsdagh, alderheyleghendagh, kerstdag, Nieuwe Jaerdagh, ende Lichtmissedagh. Voorder sal oock verobligiert wesen des avonds voor alle de sondaeghen ende gheboden heyleghdaghen te luyden met de groote clocke een pose van een quar tier huere ofte daerontrent.

Item oock t'elcken sondaeghe ende heylighdaeghe sal hij luyden ofte opclippen de vroughmisse met de clocke daertoe van oudts gedestineert ende naer d'hooghmisse sal hij moeten luyden d'ordinaire posen midts de derde ende leste pose moet geschieden met beede de clocken.

Voorts sal oock ghehouden wesen daghelicx te clippen de beede clocke des smerghens, smidaghs, ende des avondts, ende voorder altgone dat tot den dienst vande kercke sal moeten gheluydt worden en t'elken openen ende toedoen de kercke alswanneer het noodigh wesen sal.

In den hoogsten dienst sal men d'eynde clocke s'avondts voor het doen vande vuytvaert luyden met de groote clocke een huere, ende het inhaelen ende vuytdraeghen van het lijck met alle beyde de clocken, waervooren ande kercke sal moeten betaelt worden vijf schellinghen groote tot onderhoudt vande selve clocken, alles boven den ordinairen loon vannen clockluyder.

In den middelsten dienst salmen d'eynde clocke ende s'avondts voor den vuytvaert luyden met de cleyne clocke een huere, ende het inhaelen ende vuytdraeghen van het lijck met de groote clocke, waervooren de kercke sal prouffyteren tot onderhoudt als vooren de somme van drye schellynghen en vier groote.

Inden laeghsten dienst sal men luyden met de cleyne clocke elcke pose een halfhuere. Den clockluyder sal prouffyteren voor syn recht thien stuyvers van idert huere vande groote clocke, met conditie dat hij van nu voortaen sal besorghen dende ondehouden tsijne coste de clock reepen ende strynghen daertoe dienende.

Ende voorder sal hij clockluyder noch yerobligiert wesen t'elckerwaerf soo wanneer datter eenighe aerme lieden gehouden vanden disch deser prochie sullen begraven worden dat hij sal hebben te luyden eene pose mette cleyne clocke een quartier huers ofte daer ontrent sonder danof te moghen vraeghen eenigh vergelt ofte recompense.

Item sal oock gehouden wesen sonder eenghen sallaris t'ontfanghen trecht trecht tgone vande respective diensten tot onderhoudt vanden selven clocken schuldigh sijn te moeten betaelen als hier vooren is gheseyt, ende daervan alle halfjaere preciselick rekenynghe doen aen de heere pastor ende kerckmeesters, ten waere sij tselve recht selve wilden ontvanghen.

Welk voorschreven reglement mij als hedent ghelesen sijnde, hebbe ik onderschreven midts desen belooft (al tgone daerbij gheseyt es) te onderhouden ende oock al tselve te volcommen sonder van aldies eenighe voorder recompense te mooghen vraeghen, ofte bin ghebrecke van dien, dat mevrauwe van Moerkercke mij t’allen tyde sal vermoghen af te dancken ende eenen anderen te stellen sonder eenighe voorder redenen daertoe te moeten allegieren.

Toorconden desen XIIen decembre 1685.

Tmarck van + Jan de Deckere.

Reglement voor de Klokkenluider van Moerkerke in 1685

Georges Tanghe

Rond de poldertorens
1975
02
055-058
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:40:26