Brugge-Sluis in 1862

Jos De Smet

In 1810 was op bevel van keizer Napoleon een aanvang gemaakt met het graven, door Spaanse krijgsgevangenen, van de huidige vaart Brugge-Sluis. Wanneer de Franse troepen, op 2 februari 1814 onze streek verlieten was het kanaal niet verder doorgetrokken dan tot aan het Fort Sint-Donaas.

Het duurde nog tot 1658 vooraleer de vaart tot binnen Sluis werd gebracht.

De uitbreiding van de scheepvaart op het nieuwe kanaal gaf geen voldoening. Er was zeer weinig verkeer. En op 20 november 1862 richtte het gemeentebestuur van Sluis een omzendbrief aan de Kamers van Koophandel in België en in Nederland.

Daarin werd gewezen op het grote belang van dit kanaal, dat het Land van Kadzand, met rijke landbouwproduktie, in verbinding stelde met de stad Brugge en met de kanalen Brugge-Gent en Brugge-Oostende. Als produkten van het Land van Kadzand worden aangegeven: “De algemeen gezochte Zeeuwse tarwe, de gerst, de paardebonen, het vlas, de beetwortelen en een uitgebreiden veestapel”.

In het Land van Kadzand waren de straatwegen in goede toestand; en ze zouden eerlang nog verbeterd worden, na de geprojecteerde inpoldering van het Zwin, waardoor een nieuwe, kortere weg zou aangelegd worden, over Nieuwvliet, naar Breskens. (Deze weg is er slechts na de tweede wereldoorlog gekomen)

De omzendbrief was ondertekend: “Burgemeester en Wethouders van Sluis, Hennequin, Burgemeester, J. Bekaar, Secretaris”, en droeg de stempel van het plaatselijk bestuur.

In 1862 bestond reeds een dagelijkse verbinding per stoomboot tussen Brugge en Sluis. Het vervoer kostte er 30 of 50 cent (heden) per persoon.

Daarbij reed nog tweemaal per dag een postkoets tussen Brugge en Sluis, en éénmaal per dag tussen Sluis en Breskens.

Dankzij de stoomboot uit Brugge en de postkoets Suis-Breskens, kon men gemakkelijk de belangrijke graanmarkt van Oostburg bezoeken. Te 7.50 u. uit Brugge vertrokken, was men reeds te Brugge terug om 16.50 uur.

Het verkeer te water tussen Brugge en Sluis werd verzekerd door de “schroef-stoomboot” Jacob van Maerlant. In de zomer vertrok de boot uit Sluis op maandag, dinsdag en vrijdag om 7 en om 24 uur; op woensdag om 5.50 u. en om 15 uur; op zaterdag om 7 uur. De boot vertrok uit Brugge de maandag, dinsdag en vrijdag om 9 en om 16 uur; de woensdag om 7 en 18.50 uur; en de zaterdag om 16 uur.

In de winter vertrok de boot uit Sluis op maandag, dinsdag en zaterdag om 7.50 u.; de woensdag om 6 en om 14 uur; de vrijdag om 7 en 14 uur. Uit Brugge, de maandag, dinsdag en zaterdag te 15 uur; de woensdag om 7.30 u. en 15.30 uur; en de vrijdag om 9 en om 15.30 uur.

De kaartjes moesten op het kantoor genomen worden; en de goederen en boodschappen moesten op het kantoor bezorgd worden een half uur vóór het vertrek van de boot.

De scheepvaart op het kanaal Brugge-Sluis heeft nooit beantwoord aan de gestelde verwachtingen. Einde mei 1940 werd het kanaal onderbroken, wanneer de Franse genie de sifon in de lucht deed vliegen. Hij werd niet hersteld.

Mededelingen: Brugge-Sluis in 1862

Jos De Smet

Rond de poldertorens
1971
04
136-136
Mado Pauwels
2023-06-19 14:41:38