Drie Molens - Drie fraaie Landschappen.

René De Keyser

Onder de ontelbare gebruikers van de banen Maldegem - Kiokke en Koolkerke - Oostkerke -Westkapelle, zijn er zeker maar heel weinig die de sierlijke Molens van Damme, Oostkerke en Hoeke, niet opmerken. Drie getuigen zijn het, van een der oudste beroepen van de streek. Ze stonden feestelijk getooid bij blijde gebeurtenissen. Ze rouwden mee met de bevolking... Nu stappen de inwoners ze meestal achteloos voorbij. Moest er een verdwijnen, dan eerst zou de ledige plaats eenieder pijnlijk opvallen.

De Molen van Damme is geklasseerd als monument. Hij ziet er verzorgd en welgedaan uit en strekt tot eer van de organismen die hieraan hun medewerking verleenden. Ongeveer sedert een eeuw wordt hij bediend door dezelfde familie Dullaert. Dullaertsmolen werd in 1867 herbouwd in steen en is een parel in Damme’s lieftallige kroon.

Te Hoeke gaat het iets minder goed. Sedert 1936 behoort de Molen aan de Belgische Staat. Rond 1939 werd hij op staatskosten volledig hersteld. Maar nu vertoont het dak tekenen van verval; en ook een bekalking ware gewenst. Sedert 150 jaar woont er dezelfde molenaarsfamilie. Daar, zoals overal stond eerst een houten molen, voor de eerste maal vermeld in 1481. De stormwind en de bliksem zijn altijd de grootste vijanden van onze molens geweest. Rond 1836 waaide de houten molen omver, en Jan Van Holme liet hem herbouwen in steen. De dag dat bij de molenaar de zoon en opvolger, Leopold Van Holme, geboren werd, draaide ook de stenen molen voor de eerste maal.

Theofiel werd de opvolger van zijn vader als molenaar. Florent Van Holme, die er nu woont, is Theofiels zoon; en was de laatste molenaar die daar met de wind maalde. Want juist een eeuw na zijn opbouw, in 1936, viel hij buiten gebruik, vervangen door een mekanieke maalderij. Florent is een molenaar van de oude stempel en houdt nog veel van zijn molen. Voor de maalderij is alleen een mekanicien nodig, maar malen met de windmolen vergde een molenaar met veel stielkennis. Die molenaars zullen weldra zeldzamer zijn dan de molens zelf.

Op Oostkerke gaat het helemaal slecht. Hier is de molen, indien niet spoedig ingegrepen wordt, verloren. Straks is de kap helemaal rot. Onbegrip heeft een poging om de molen te doen klasseren, lam gelegd. Nu is het echter hoog tijd. Zal dit jubileumjaar redding brengen? Het is inderdaad juist 500 jaar geleden dat er in 1459 eerst spraak was van een molen op die plaats. Vermoedelijk stond hij er al een paar honderd jaar vroeger. De inwoners van Oostkerke waren eertijds verplicht hun graan op die molen te laten malen, want hij behoorde aan de Heren van Oostkerke; en andere molens mochten op de parochie niet opgericht worden. Dit bleef zo tot in 1612, het jaar waarop de plaatselijke Heren de molen verkochten aan de familie de Saldaigne. Vanaf 1685 tot op heden was de molen eigendom van de molenaar zelf. Wij kennen de naam van al de molenaars van 1611 tot nu; maar dat is voor een andere keer. De Dorpsmolen was in hout tot hij in 1874 afbrandde. Dan werd de huidige stenen molen gebouwd. In 1907 werd hij nog eens grondig hersteld door Jules Hooft, die de laatste molenaar is geweest, die hier met de wind maalde. Er valt helaas te vrezen dat gedurende dit jaar van zijn 5e eeuwfeest, onze molen nooit zal bevlagd worden, zoals het was bij elke feestelijke gelegenheid tijdens onze schooljaren...

Deze drie Molens zijn een toeristische aantrekkelijkheid, van belang niet alleen voor de gemeenten waar ze staan, maar veel meer nog , zijn ze onmisbare elementen en sieraden in de landschappen, waar een groot deel van de talrijke bezoekers van Brugge en Knokke, onvermijdelijk langs moeten; ja zelfs door aangetrokken worden. Zou men in Brugge en in Knokke genoeg inzien, het belang van deze fraaie landschappen ?

Drie Molens - Drie fraaie Landschappen

René De Keyser

Rond de Poldertorens
1959
01
016-017
Achiel Calus
2023-06-19 14:44:32