Korte mededelingen (2-6)

2. Een interessante uitgave over Damme

Broeder Gaëtan

Dr. Luc Devliegher schonk mij 2 overdrukken uit de Handelingen van de Société d’ Emulation, die mij bijzonder veel genoegen hebben gedaan. Beide gaan over uittreksels van de stadsrekeningen van Damme.

Het eerste werkje (Soc. Em. 1964) geeft een reeks details over : “De Blijde Inkomst van Karel de Stoute en Margaretha van York te Damme in 1468”.

Maar vooral het tweede: "De Bouwrekeningen van het Stadhuis te Damme -1461-1470”, is een schat van een boekje voor al wie zich enigszins interesseert in Damme en zijn monumenten. Het is wel een uitzonderlijk geval, dat over het oprichten van een middeleeuws gebouw zo talrijke, ik zou haast zeggen, volledige gegevens in de rekeningen bewaard zijn gebleven.

Dr. Devliegher laat de integrale publikatie van die rekeningen voorafgaan van een inleiding vol leerzame inlichtingen. We hebben in dit werkje veel te leren over de ontwerper van het stadhuis; over de aannemers, het metselwerk het timmerwerk, het smeedwerk, het gebruikte lood; over de gebruikelijke maten, gewichten en munten; over de lonen en de finaciering van de bouw.

In afzonderlijke brochure (70 blz) is deze uitgave te bekomen tegen 50 F.

U kunt ze bij ons bestellen.

00000000000         0000000000000000000     00000000000

3. Een korte verantwoording

M. Coornaert

Alwie een of ander geschiedkundig onderwerp bestudeert, uitwerkt en publiceert, levert zich over aan de goedkeuring en de afkeuring van de lezers. Juist geplaatste lof moedigt de schrijver aan om zijn werk voort te zetten. Gegronde kritiek helpt hem om de fouten te ontdekken, om zijn tekorten aan te vullen, om bepaalde zienswijzen te verbeteren. Doch naijver is een slechte kritikus.

J. P. Sosson uit Brussel bereidt sedert een paar jaar een dokterstezis voor, die handelt over het gebruik van allerhande bouwmaterialen in de late middel-eeuwen. Deze omstandigheid is voor hem een aanleiding - om in de Handelin-gen van de Société d’Emulation van Brugge, deel 102, jaar 1965, p. 224 - een kritiek te schrijven op mijn twee artikels over gebakken steen, verschenen in “Rond de Poldertorens”, nl. : 1° De Steenbakkerijen van de stad Brugge te Ramskapelle, jg. 7, nr. 2, p 42-53, en nr. 3, p. 90-99; 2° Over Dektegels, Vloertegels en Haardtegels, jg. 7, nr. 4, p. 109-122.

Hij beweert dat ik niet het doel bereikt heb, dat ik mij gesteld had.

Welk doel had ik mij gesteld? Zeker niet een allesomvattend werk over het baksteenbedrijf. Wel een bijdrage  tot de studie van het genoemde onderwerp. Ik heb de steenovens van Brugge nauwkeurig gesitueerd, de aktiviteit van de Ramskapelse steenbakkers beschreven, de aanvoerweg van de bakstenen naar Brugge bepaald. Zodoende is gebleken welke bouwwerken te Brugge - althans gedeeltelijk - met kareeltegelen van Aishove opgericht zijn. Bij mijn vaststellingen heb ik alle gegevens gebruikt, die de Brugse stadsrekeningen verschaffen. Mijn bedoeling was mede te helpen aan de studie van de geschiedenis van mijn streek. Op dit gebied is nog veel werk te verrichten.

Schrijver meent dat ik de teksten aangaande bakstenen, die L. Gilliodts van Severen publiceert, niet mocht onvermeld laten. Ik heb L. Gilliodts wel geraadpleegd, en dit vermeld ik op p. 109. Maar de teksten die de laatst-genoemde aanhaalt, had ik zelf reeds genoteerd uit de stadsrekeningen. Wat meer is: een aantal ervan interpreteert Gilliodts verkeerd. Wie steunt voor ernstig geschiedkundig werk nog helemaal op L. Gilliodts ?

Nogmaals zeg ik dat mijn studie het onderwerp niet volledig uitgeput heeft. Niemand kan van eerst af aan volledig zijn. J.P. Sosson zal echter moeten toegeven, dat hij de tegelrie te Ramskapelle niet kon situeren of het juridisch statuut ervan bepalen, zonder de kennis van de topografische bronnen. Anderzijds zien we uit naar het verschijnen van zijn werk, dat mij , en vele Leden van mijn Kring zal interesseren, en dat onze kennis van middeleeuws bouwmateriaal zal vermeerderen.

00000000000000000     00000000000000     000000000000000

4. Enkele Uitgaven van andere Heemkundige Kringen

  • R. Haelewijn: Torhout onder het Frans Bestuur. Bekroond met de prijs Pro Civitate. 100 blz + 6 buitentekstplaten. 175 F.
  • M. De Bruyne: Leopold I en Roeselare. 120 blz. geïllustreerd. 175 F.
  • 't Manneke uit de Mane 1967, Volksalmanak. 164 blz. Van alles wat, maar vooral veel en gezonde humor en leute. 20 F.
  • P.P. Denys: Het misdrijf in het Slot van Komen (oorsprong van het aloude Lepelfeest) Zeer zeldzaam. 100 blz. 30 F.
  • Heemkring Bachten de Kupe: Kroniek Rybens en De Roo (1770-1876), 500 blz; 500 F.

Vanaf de jaargang 1963 heeft de biblioteek van onze Kring ook een abonnement op de “Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis genoemd : Société d’Emulation te Brugge”. Onze vorsers kunnen daarin steeds belangrijke studies nalezen en vooral een rijke dokumentatiebron vinden in de bibliografie die erin verzorgd wordt door Drs. L. Danhiaux.

0000000000000     00000000000000000     000000000000

5.  Een blijk van waardering

Br. Gaëtan

Dr. Prof. A. Verhulst van de Gentse Universiteit, die in zijn historiche publicaties en in persoonlijke kontakten al dikwijls zijn belangstelling voor en zijn kennis van de historische geografie van onze streek heeft betoond, heeft ons voorgesteld regelmatig “Rond de Poldertorens” te ruilen tegen het universitaire tijdschrift “Studia Historica Gandensia”.

Wij zien daarin een bijzondere blijk van waardering en aanmoediging voor het bescheiden “liefhebberswerk” dat door onze Leden in “Rond de Poldertorens” wordt gepresteerd.

Prof. Verhulst biedt ons ook aan de vorige jaargangen van “Studia Historica Gandensia.” te ruilen tegen de vroegere jaargangen van “Rond de Polder-torens”. Helaas beschikken wij niet meer over de eerste zes jaargangen. Kan iemand van onze Leden (misschien bij een oud-lid) de eerste 6 of 7 jaargan-gen van “Rond de Poldertorens” bezorgen aan het Bestuur van de Kring St-Guthago? Wij zijn natuurlijk bereid hem daarvoor een redelijke prijs te betalen.

0000000000000   000000000000000000000   0000000000000

6. Wij werken aan de Sint-Sebastiaansgilden!

Br. Gaëtan

Praktisch in elke Gemeente van ons werkterrein bestond er vroeger een Schuttersgilde van Sint Sebastiaan. Te Oostkerke b.v. is die verdwenen, terwijl die van Knokke nog een sterke bloei kent.

In de Bestuursvergadering van zondag 30 oktober ll., werd besloten in het jaar 1967 eens bijzondere aandacht te geven aan die bestaande of verdwenen gilden. Wij beginnen met het opsporen van de overgebleven dokumenten. Al wie ook maar iets weet of heeft van Gildeboeken, Penningen, Tinnen schalen, Vaandels, Schakels ven breuken, foto’s of welke Herinneringen ook, van die gilden, gelieve het ons mede te delen. De kleinste aanwijzing is kostbaar! !

Nu zijn reeds aan het werkt Rene De Keyser voor Oostkerke, Willy Theerens voor Westkapelle, Br. Filip voor Knokke, Germain Vandepitte voor Lissewege. Op elke Gemeente (Lapscheure, Dudzele b.v.) moet nog veel te vinden zijn.

Doe mee! DOE MEE ¡! en toon U echt een Lid van de Heemkundige Kring Sint-Guthago.

00000000000000000     00000000000000     00000000000000

Korte mededelingen 2-6

Meerdere

Rond de Poldertorens
1966
04
140-142
Achiel Calus
2023-06-19 14:44:32