HomeTentoonstellingenTentoonstellingen 2010Tram – 1887 – Breskens-Maldeghem en 1924 – Sluis-Breskens


Van koets tot autobus

vervoer-0551In het begin van de 19de eeuw was reizen een hachelijke onderneming. Onderweg zijn was geen pretje. De koetsen voor passagiersvervoer waren oncomfortabel. In de 17de eeuw legde een koets 40 tot 45 kilometer per dag af. Goed georganiseerde vervoerbedrijven haalden in de 18de eeuw ruim honderd kilometer per etmaal. Rond 1830 was dat al meer dan 150 kilometer. Een postkoets had toen een gemiddelde snelheid van 5 tot 10 kilometer per uur. Maar reizen bleef voor heel wat mensen een utopie.

Door de komst van de stoommachine verdrongen spoorwegen, gevolgd door buurtspoorwegen, in de loop van de 19de eeuw het wegtransport. Het spoor garandeerde snelheid en regelmaat. De spoorwegomwenteling maakte interregionaal, nationaal en internationaal transport toegankelijker. De overheid investeerde, ondersteund door privéondernemingen, ook in buurtspoorwegen voor een fijnmaziger transportnetwerk met een steeds grotere frequentie. De economie kon groeien. Mensen gingen makkelijker verder naar het werk. Het opkomende toerisme kreeg een steun in de rug. Met de koets over hobbelige wegen verdween in de geschiedenis. Reizen werd meer genieten.

Vanaf het eind van 1880 tuften stoomtrammen door steeds meer dorpskernen. Na WOI stelden private ondernemingen de rentabiliteit van de stoomtram in vraag. In 1923 verscheen de autobus als nieuw gemeenschappelijk vervoermiddel. Op sommige plaatsen liepen nieuwe private autobuslijnen parallel met bestaande tramverbindingen. De concurrentie was bikkelhard. De overheid gaf in 1924 de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (NMVB) het voorkeurrecht voor het inrichten van autobusdiensten. Private busdiensten verdwenen stelselmatig. De NMVB gaf wel lijnen in pacht.

Ondanks die concurrentie zegevierde in de jaren 1920 en 1930 de elektrische tram. Maar lijnen die in tempo verschenen, verdwenen ook weer even snel in de aanloop naar en tijdens WOII. Na de oorlog namen autobuslijnen een grote uitbreiding. In 1950 verdween de stoomtram uit het straatbeeld. Op een aantal plaatsen hield de elektrische tram stand, maar werd toch stelselmatig door autobussen vervangen. Enkel de kusttram bleef met vallen en opstaan een vaste waarde.

Inhoudstafel | Volgende

vervoer-0551.jpgvervoer-0601.jpgvervoer-0604.jpgvervoer-0605.jpgvervoer-0606.jpgvervoer-0607.jpg