De grenzen van Knokke-Heist komen voor het grootste deel overeen met de , die op 19 maart 1971, na een aantal fusieperikelen, fusioneerden. De grenzen van de gemeenten waren op hun beurt gebaseerd op de eeuwenoude parochiegrenzen, die duidelijk waren vastgelegd omdat ze van groot belang waren voor het innen van de tienden. Zo had het kapittel van Sint-Donaas het patronaat van de oude parochies Uitkerke (1089) en Dudzele (1089). Het patronaatsrecht van Lissewege (1089) hoorde aan de Sint-Bertinusabdij in Lissewege en de Sint-Kwintensabdij bij Vermandois had het patronaatsrecht van de parochie Oostkerke (1089).

De bezitter van de patronaatsrechten van de moederparochie verkreeg automatisch dezelfde rechten van de dochterparochies. Wanneer in 1110 voor het eerst 4 hulpkerken (kapel op Wulpen, kapel van Lapscheure, kapel van Moerkerke en kapel van Waas – latere Westkapelle) worden opgericht in de naar het oosten en noorden uitgebreide parochie van Oostkerke, dan verkrijgt de Sint-Kwintensabdij ook het patronaatsrecht over die kapellen waaruit later een eigen parochie zal ontstaan (vb. Westkapelle 1235).

Na de bouw van de Greveningedijk (ca 1170) ontstond in het oosten van de nieuwe polder een kleine vissersnederzetting “mude”. In 1213 wordt de hulpkapel van Sint-Anna-ter-Muiden vermeld. De nederzetting verkreeg in 1242 stadsrechten en een beperkt grondgebied. Het kleine stadje lag op het grondgebied van de parochie Westkapelle, waarvan het zich in 1324 definitief zou afscheiden als onafhankelijke parochie..

Na de indijking van de Oudemaars- en de Vardenaarspolder was het grondgebied van de parochie Lissewege zeer uitgebreid. Daarom werd de hulpkapel op de Rugge, verheven tot parochiekerk van de nieuwe parochie Koudekerke (nog voor 1200). Wanneer het grondgebied verder oostwaarts aangroeit wordt in 1227 een hulpkapel bij Knokke gebouwd. Die kapel werd, na de inpoldering van de Volkaartsgote (1250) in 1253 de kerk van de nieuwe parochie van Knokke. Aangezien zowel de parochies Koudekerke (Heist) als Knokke uit Lissewege voortkomen, krijgt de St.-Bertinsabij uit St.-Omaars het patronaatsrecht.

De grens tussen de parochies Knokke en Heist vertrok in het noorden een 200 meter ten oosten van Windgat (Pannedijk), bij een stukje grond dat het Preekstukje werd genoemd (NW van Logenhoek) en volgde een 300 meter de Processieweg. De beide toponiemen verwijzen naar de processies, zowel van Heist als van Knokke, die daar voorbijkwamen. Daarna liep de grens langs de Knokse Ader en Knokse Watergang om via een stuk rechte weg (Nieuwstraat) de Kalvekeetdijk te bereiken. Die dijk vormde een 400 meter (tot voorbij Veldegoed) de grens tussen beide parochies.

Vanaf Veldegoed vormt de Kalvekeetdijk over enkele 100 meter de grens tussen de parochies van Knokke en de parochie Westkapelle, waar de grens noordelijk loopt tot de latere Isabellavaart en van daaruit in een boog om “Driewege” (Smedenstraat, Kragendijk, Knokse Dijk). Daarna worden de Knokse Watering en de Isabellavaart in oostelijke richting gevolgd.

Vanaf de Keuvelwatergang liep de grens recht oostwaarts verder tot de linkeroever van de Reigaarsvliet die een stuk de grens met de parochie van Sint-Anna-ter-Muiden. Het Zwin was de oostgrens van de parochie Knokke en vormde later (vanaf eind 16de eeuw) lange tijd een stuk van de staatsgrens.

In zuidelijke richting vormde de Reigaarsvliet de grens tussen de parochies Sint-Anna-ter-Muiden en Westkapelle. Vanaf het kruispunt Isabellavaart/Legervaart liep de grens langs de Isabellavaart zuidoostwaarts tot de Vuile Vaart die op zijn beurt de grens vormde tot voorbij de Brolosedijk (omgeving Nachtegale). De zuidgrens van Westkapelle met Hoeke, volgde de Scheidingsader die ook een stuk de grens met Oostkerke was. In het verlengde van de Scheidingsader liep de Grensader tussen Westkapelle en Ramskapelle. Noordelijk vormde een tweede Scheidingsader en de Kijfader de grens tussen Ramskapelle en Heist. De grens tussen Heist en Lissewege werd voor een stuk gevormd door de West-Ede.

De uitgeschreven grenzen tussen de parochies bleven enkele eeuwen in gebruik. De noordelijke grens (zee) evolueerde echter mee met de voortdurende aanwas. Ook de oostgrens kende enkele wijzigingen

De grootste wijzigingen deden zich in de 17de eeuw voor bij de vastlegging van de staatsgrens in 1664 (in opvolging van het Verdrag van Westfalen). De parochie Sint-Anna-ter-Muiden werd in twee gedeeld. Het oostelijke deel sloot aan bij Sluis en het westelijk bij de parochie Westkapelle. Ten westen van de toren van Sint-Anna-ter-Muiden werd een punt op 80 roeden (ca 325 m) vastgesteld. Vanuit dat punt werd een grenslijn recht naar het Lapscheurse Gat getrokken en in het noorden recht naar het Boerenverdriet en het Sint-Annafort en van daaruit naar een punt langs de geul van het Zwin die terug de grens werd.

Na de Spaanse Successieoorlog wordt bij het Barrière-tractaat (1715) een nieuwe staatsgrens vastgelegd. Die vertrok vanaf de zee tussen Blankenberge en Heist, passeerde de westelijke hoek van het kerkhof in Koudekerke, en liep recht naar het knooppunt Hoekevaart/Oud Zwin. Daarachter liep de grens over het Sint-Jobsfort naar Middelburg om daar aan te sluiten bij de grens van 1664. Een groot stuk van Heist, Ramskapelle en Westkapelle en heel Knokke hoorden dan bij de Verenigde Provinciën. De Noordelijke Nederlanden wilden een groter voorland voor Sluis. Met de nieuwe grens kregen zij de belangrijkste forten en sluizen (inundaties) in handen.

 

Knokke en een deel van Heist en Westkapelle zijn bij de Noordelijke Nederlanden gevoegd

Na groot protest van het Brugse Vrije, werd de grens in 1718 aangepast. De Verenigde Provinciën behielden het Paulusfort van waaruit de grens dwars door de (Oude) Hazegraspolder werd getrokken tot het knooppunt Graaf Jansdijk/Krommedijk (Vijfhuizen). Van daaruit volgde men de Isabellavaart tot aan de Cantelmolinie.

Langs de linie ging de grens verder tot aan de Zwarte Sluis en over het Sint-Jobsfort naar het Lapscheurse Gat. Zo hielden de Verenigde Provinciën nog enkele forten (Paulusfort, Isabellafort en Sint-Donaafort) en nog een stukje van Knokke. Jozef II aanvaardde de grens van 1718 niet. In 1783 liet hij het Paulus- en Sint-Donaasfort bezetten en onmiddellijk afbreken. In de Vrede van Fontainebleau aanvaarden de Noord-Nederlanders opnieuw de grens van 1664. Bij de Belgische Onafhankelijkheid vielen enkele schermutselingen voor zonder dat de grens werd gewijzigd.

 

Grenspaal 362

In 1843 werden de grenspalen geplaatst tussen Nederland en België. Sedertdien worden de grenspalen jaarlijks gecontroleerd.  Het is de bedoeling dat men van de ene grenspaal de volgende paal met het blote oog kan zien.  In het natuurreservaat het Zwin vindt men een drietal grenspalen (duidelijk zichtbaar vanaf de Internationale Dijk), waarvan de meest noordelijke voor problemen zorgde.  Die paal stond oorspronkelijk midden in de Zwinmonding.  Vermits die monding steeds opschuift naar het oosten (dijk van Cadzand) om daarna kunstmatig terug op de oorspronkelijke plaats te worden gebracht, stond de grenspaal in de monding voortdurend bloot aan ontzanding zodat die steeds opnieuw wegzonk.  Voor enkele jaren werd een oplossing gevonden door de grenspaal te plaatsen op de dijk van Cadzand met de verwijzing erbij dat de paal eigenlijk een honderdtal meter oostwaarts moet staan.

Bij de grensovergang in het Retranchement kan men drie grenspalen kort bij elkaar zien staan.  Die drie palen worden dan ook de "Drieling genoemd".

 

“Drieling” bij Retranchement

Op 19 september 1900 keurde de gemeenteraad van Heist een grenswijziging goed. Door de bouw van de Zeebrugse haven (op het grondgebied van Heist/Lissewege) wilde de overheid de hele haven bij Brugge voegen. Heist verloor dan ook zijn gebied ten oosten van het Schipdonkkanaal. Ter compensatie verkreeg Heist een nieuw gebied in het oosten aangezien de grens met Knokke verschoof van de "Processieweg" (Logenhoek) naar de latere Meerlaan. In dat gebied zou enkele jaren later Duinbergen ontstaan.

Bij de fusie van 19 maart 1971 werden enkele grenscorrecties doorgevoerd zodat de volgende gemeentegrens van Knokke-Heist ontstond :

noorden: zee
westen: staatsgrens
zuiden: Dudzele Straat (2,5 km) ; zuidgrens van het vroegere Westkapelle over 6km en Damse Vaart (700 meter)
oosten: Leopoldkanaal

| inhoudstafel |